hoogleraar professionele pedagogische relaties
Universiteit van Amsterdam

Helma Koomen

In het onderwijs en onderzoek van Koomen staan pedagogische relaties centraal. Zo richt zij zich met haar onderzoeksteam al jarenlang op interacties en affectieve relaties tussen leerkrachten en (individuele) leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Ze onderzoekt de pedagogische praktijken van leerkrachten in relatie tot het emotioneel welzijn, sociale aanpassing, probleemgedrag, betrokkenheid bij school, motivatie en prestaties van leerlingen. Ook houdt zij zich bezig met diagnostiek in de leerlingenbegeleiding en het meten van relatiekwaliteit en interactie.

Expertise: Pedagogiek

Sessiearchief

,

,

Omschrijving

Leerlingen waar je moe van wordt, of juist kinderen die je nooit hoort in de klas. Hoe ga je daar mee om? Hoe zorg je er voor dat de schooldag voor jou geen uitputtingsslag wordt én dat leerlingen áán staan en tot leren komen? Gedrag in de klas, hoe kun je dat kortom (bij)sturen als leerkracht? Helma Koomen (UvA), Jeroen Janssen (UU) en Martine Baars (Erasmus Uni) komen vertellen wat we weten uit internationaal wetenschappelijk onderzoek over dit onderwerp. Zij geven daarmee een preview van een nieuw boek in de Didactief-onderzoeksreeks dat eind maart verschijnt: Gedrag in de klas. Veel aandacht besteden ze ook aan praktische tips die Didactief verzamelde in samenwerking met diverse scholen.

Downloads

Omschrijving

Dat de affectieve kwaliteit van de relatie met de leerkracht van belang is voor het functioneren en de prestaties van leerlingen op school, weten we op grond van zowel alledaagse ervaring als een schat aan wetenschappelijke kennis. Warme, veilige relaties zijn in veel opzichten gunstig voor leerlingen en bevorderen de betrokkenheid in de klas en het leren van schoolse vaardigheden. Conflict in relaties, daarentegen, belemmert de schoolse ontwikkeling. Dit geldt voor jonge kinderen, maar ook voor leerlingen uit de bovenbouw en het voortgezet onderwijs. Aandacht voor de leerkracht-leerlingrelatie is daarom zowel relevant in primair als voortgezet onderwijs en blijkt in het bijzonder van belang voor risico- of zorgleerlingen. Daarnaast is de affectieve relatie met individuele leerlingen ook belangrijk voor het welbevinden van de leerkracht en de motivatie voor het leraarsvak. Toch wordt deze wetenschappelijke kennis maar weinig gebruikt in de onderwijspraktijk. In deze lezing wordt verondersteld dat dit onder meer te maken heeft met onbekendheid met het concept affectieve relatie en onzekerheid over hoe deze relatie kan worden gemeten, geïnterpreteerd en bespreekbaar gemaakt. Op deze onderwerpen zal nader worden ingaan in de presentatie.

Downloads

Ga naar de bovenkant